Posts Tagged “Chang Rai. Olifantentrek”

Bonjour mon amis! Bij deze de langverwachte „blog-date“ over Thailand. Uti en ik zijn al enkele maanden op reis door het schitterende eilandenrijk Indonesië. We hebben daar prachtige plekken bezocht: Van het ultra-culturele Yogyakarta op Java tot het spirituele Ubud op Bali, van de monsterlijke gunung Rinjani op Lombok tot de paradijselijke Togean Islands op Sulawesi, en van het gezellige Galindra in Jakarta tot het gastvrije Tuktuk op Sumatra. Aanvankelijk was ons plan om van Sumatra door te reizen naar Borneo via Maleisië. Maar we besloten onze reis eerst voort te zetten in Thailand, Laos, en Cambodja.

We vlogen van Medan naar Bangkok. In de taxi van Bangkok Airport was onze eerste reactie: “Wow, wat is het hier schoon!” en “Wat houdt iedereen zich hier netjes aan de verkeersregels!”. Het was een omgekeerde cultuur-shock, omdat we al helemaal gewend waren geraakt aan de chaos van Indonesië. In Bangkok verbleven we in het toeristen-centrum Kao San Road. Op en rond Kao San Rd. kan je prima luieren met een filmpje op de achtergrond en een koud Chang biertje in de hand. Dat hebben we daar dan ook gedaan, met af en toe een Thaise massage tussendoor. Natuurlijk hebben we ook wel wat Wats (tempels) bezocht, zoals de Wat Phra Kaew, om te voorkomen dat we helemaal niet meer van onze luiermatjes afkwamen.

Na een week chillen in de huidige hoofstad van Thailand, zijn we doorgereisd naar de vroegere hoofdstad: Ayuthaya. Hier konden we fietsjes huren om door de oude stad te koersen. De ruïnes bevinden zich een redelijke staat, zodat je een goede indruk krijgt hoe de stad eruit moet hebben gezien. Terwijl het in 17e eeuw de Hollanders en de Portugezen waren die Ayuthaya bezochten om er handel te drijven, zijn het nu vooral de Fransen die de stad van een buitenlandse inkomstenbron voorzien.

In Chiang Mai, onze volgende bestemming, waren zelfs nog meer Fransen. „Ici nous parlons Français“ lazen we bij de guesthouses, en het stripboek “Tin Tin en Thailande” was bij elk restaurant te koop. Wij sliepen in het Chiang Mai White House, wat niet werd gerund door een Fransman, maar door de franstalige Zwitser genaamd Berthiel. Berthiel wist ons tijdens het verblijf in Chiang Mai zeer goed te vermaken. Eén avond zijn we samen op stap gegaan, wat eindigde met een dronken Berthiel op de grond, omarmd door zijn hondje Billy. Ja, het was erg gezellig in het White House en dat guesthouse zou een een goede reden om zijn om Chiang Mai nog eens te bezoeken.

Met het blije gevoel dat Berthiel ons had gegeven vertrokken we richting Chiang Rai. Het eerste dat ons daar op viel waren de louche massagehuizen en de boybar een straat verderop. Hier waren de sporen van de sex-industrie van Thailand duidelijker zichtbaar dan in de andere steden die we hadden bezocht. Nee, de stad zelf was niet bijzonder fraai. De omgeving was veel mooier. Het lanschap was heuvelachtig, de hilltribe die daar leven waren nog echt. Eén dag hebben we met de motorbike een tocht gemaakt door de bergen: Supermooi! Een andere dag zijn we naar een Karen (een hilltribe-stam) dorp gereden om een olifanten-trekking te maken. Dat was geweldig! De olifant waarop we reden heette Thon, wat al snel Tonni werd. Om de beurt mochten Uti en ik voorop (op zijn hoofd) zitten, terwijl de mahout (de trainer) vrolijk achter ons aan sjokte om Tonni af en toe wat instructies in olifantentaal te geven. Tonni was trouwens een echte vreetzak. Bij elk bosje bleef hij even stilstaan om een paar kilo bamboe in te slaan. We waren een olifant aan het uitlaten!

Onze laatse dagen in Thailand spendeerden we in Chiang Saen, een stadje aan de Mekong rivier waar de golden triangle zich bevindt. Tot tien jaar geleden was dit opium gebied. Toen de hilltribe vanuit China zuidwaards vluchtten, brachten zij de cultivatie van de „poppy flower” met zich mee. Anno 2011 is de opiumteelt in dit gebied helemaal uitgebannen. Nu is de golden triangle niets meer dan een drielandenpunt (Thailand, Laos, en Myanmar), een kermisattractie voor de rolkoffertoerist. Gelukkig was er nog wel een interessant museum, waarin het verhaal van de opiumteelt en het gebruik van opium werd uitgelegd. Dat maakte ons verblijf in deze saaie stad toch nog goed.

Na drie weken waren we langzamerhand uitgekeken in Thailand. Aan de overkant van de Mekong lonkte het ongerepte Laos. Met kriebels in onze buik reisden we met een ouderwetse Sawng Thaew (gaar taxibusje) naar de grensovergang. Hier begint dus het vorige verhaal: Het verhaal over Noord-Laos…

Comments 826 Comments »